woensdag 4 februari 2009

Family Fashion

Het was Amsterdam International Fashion Week. Zeven dagen lang was De Westergasfabriek hét podium voor Nederlandse ontwerpers om Amsterdam op de kaart te zetten 'as a sparkling and internationally orientated destination for fashion'. Mijn sparkling oom A. was een van deze ontwerpers, de enige man in mijn familie met überhaupt een destination for fashion.

Bij de garderobe kregen we een persmap, vriendinnetje N. en ik. In de map zat een heuse biography van mijn modeoom, afgedrukt op hoogglans papier. En een artikel over een modeshow in Kazachstan. In onleesbaar Russisch, maar het zag er fascinerend uit. Wel konden we lezen dat oom A. zijn collectie winter 2009 opdroeg aan Duffy, 'one of his favorite singers'.

Helaas was Duffy zelf niet aanwezig. Niettemin werd de muzikale afdeling vertegenwoordigd door niemand minder dan one of mijn moeders favorite singers. "Rob de Nijs is er ook, heb 'm voor je op de foto!", berichtte ik haar blijmoedig. "Is zijn vrouw er ook?", wilde ze weten. We begonnen er lol in te krijgen, dat BN'ers spotten.

Stylist Maik de Boer had een vossenbontje aan zijn broek hangen. Een zeer bescheiden attribuut vergeleken bij de vrouw die zich had verstopt in een kanariegele donsjas. Of bontjas. Er werden veel foto’s genomen. Van voormalig fotomodel Daphne Deckers. Van kunstenares Ans Markus. Van RTL Boulevards lifestyle-deskundige Fiona Heering.

Het populairst waren Marly van der Velden, Liza Sips en Gigi Ravelli; Nina, Vicky en Lorena uit Goede Tijden Slechte Tijden. De Hollandse poldercelebrities namen voor iedere fotograaf gewillig de hun opgedragen poses in. Als levenloze trekpopjes, waarvan de twee belangrijkste touwtjes aan hun mondhoeken waren bevestigd. Onze dappere pogingen om even charmant en sexy naar de camera te lonken, bleven onopgemerkt. Waarschijnlijk omdat we onze eigen touwtjes in handen hadden.

Het was een verademing om enkele familieleden te ontwaren in de weerspiegeling van de Prada, Gucci en Dolce & Gabbana-zonnebrillen. “Joh, zelfs de flesjes water zijn hier fashion.” Mijn nicht S. trok een wenkbrauw op. “Kunnen we ook ergens gewone koffie krijgen?” Bezweken onder de nodige familiedruk was ook mijn ome kunstenaar meegekomen naar 'de poppenkast'. "Ik ben iemand van het innerlijk, niet van het uiterlijk. Dat weten jullie toch", mopperde hij hoofdschuddend.

De show was indrukwekkend. Vooral de collectie jurken van zijden chiffon en organza, geïnspireerd door de reismemoires van oom A., oogstte bewondering van heel aanwezig modeminnend Nederland, Italië en Kazachstan. Lange avondjurken met daarop prints ontleend aan beelden uit New York, Londen, Rajasthan, Moskou en...de Brabantse bossen, zo concludeerden we na afloop tevreden. Want waar anders dan in het natuurgebied bij zijn geboorteplaats had hij de inspiratie kunnen vinden voor de prachtige witte jurk met de groene, wonderschone natuurprint. Het was onze favoriet.

Rob de Nijs had het ook allemaal erg mooi gevonden. “Hij stak zijn duim op naar Sandra Remer!”, gilde nicht S. opgetogen, terwijl ze enthousiast haar eigen duim de lucht in zwaaide. Vlak achter haar stond Rob te wachten op een fotograaf. Even verderop flirtte Maik de Boer met drie goedlachse, vermoedelijk uit Ugly Betty weggelopen jonge heren. Oom A. poseerde bij een enorme bos bloemen. "Moeten we nog op hem wachten?", vroeg nicht S. "Welnee. Hij is veel te druk", zei tante T. Bovendien was de parkeertijd al geruime tijd verstreken, dus ze moesten maar eens gaan.

N. en ik bleven nog even en doken op de schaal vol kleine ronde koekjes, die aan het einde van de bar stond. Intussen vulden de modellen hun lange, magere lijven met Chinese rijstcrackertjes.
"Misschien moeten we minder eten", mompelde N. "Of misschien moeten zij gewoon meer eten?", mompelde ik terug. Gek genoeg leek dat een meer voor de hand liggende oplossing. Op het gebied van make up konden we nog wel wat van ze leren. En ook qua décolleté liepen we er nog wat te warmpjes bij voor de wintercollectie van 2009.

Op weg naar de uitgang graaiden we een laatste handje koekjes mee en zwaaiden verlegen naar Maik de Boer, de nieuwe man van onze dromen, die ons had toevertrouwd ook "heel erg van mooie vrouwen te houden hoor". In het voorbijgaan zond hij ons drie kusmondjes toe. Blozend liepen we naar buiten. N. slaakte een zucht van verlichting. "Pfft, wat ben ik blij dat wij in de marge leven."