donderdag 19 maart 2009

Niels B.

Zaterdagnacht werd ik er zelfs wakker van. “Niels Bakker in de Peperstraat. Moet niet gekker worden! X.” Een sms van vriendinnetje A. Het was 04.27 uur. En de zoveelste keer dat A. Niels Bakker tegen het lijf liep.
Het moet inderdaad niet gekker worden. Al sinds de UK-vergadering over de Valentijnsspecial, begin februari, beslaat hij een deel van mijn dagelijks leven. Niels Bakker.
Voor het eerst gesignaleerd: in de UB, op de begane grond.
Tweede ontmoeting: de UB, op de tweede verdieping.
Voor de derde keer gezien: in de UB, op de vierde dit keer.
De drie ontmoetingen hadden één ding gemeen. Ze vonden plaats op het toilet.
Tijdens de bewuste vergadering tekende ik hartjes in mijn agenda – we spraken immers over de liefde. Gekscherend opperde ik dat we misschien wel een artikel moesten schrijven over het ontstaan van UB-liefdes. “Dat wordt dan eerder een stuk over UB-lust”, merkte een collega terecht op. Er wordt daar immers meer geflirt dan in de gemiddelde Groningse kroeg.
“Dan kunnen we meteen uitzoeken wie er toch in godsnaam schuilgaat achter de naam Niels Bakker, die op bijna iedere verdieping wel op een wc-deur staat gekrast”, wierp ik bij wijze van grap op tafel. Want, was mijn gedachte, in het kader van de vrije associatie was alles geoorloofd in een ideeënvergadering. Zeker als ze de liefde betreft. En ik had gelijk. Ook de rest van de redactie was reuzebenieuwd naar De Man Achter De Naam. En dus ging ik op zoek.

Hyves leverde in de stad Groningen drie resultaten op: allereerst de vijfentwintigjarige Vindicater Niels Bakker, bevriend met 204 andere hyvers, voetballer bij het elfde team van studentenvoetbal-
vereniging Forward, de ‘mooie gekken’, en lid van De Snorkels-Hyves. Niels Bakker twee telt 23 lentes, 163 vrienden en zijn profielfoto is 842 keer bekeken sinds 27 april 2007. Daarmee heeft hij het record. Kandidaat nummer drie, is met zijn 21 jaar de jongste Niels Bakker van het stel, heeft een relatie, werkt naast zijn studie als ‘supermarktprutser’ in Leeuwarden en speelt naar eigen zeggen erbarmelijk gitaar.
Het was een begin. En gelukkig stond ik niet alleen, bleek al gauw. Een dag later vertelde ik A. over Niels. Als iemand me kon helpen hem te vinden, was zij het wel. A. heeft in de UB gewerkt en kent alles en iedereen, die daar de laatste jaren met enige regelmaat is binnengestapt. Zo ook Niels Bakker. Althans, een van de Nielsen Bakker.
De keer dat A. hem had zien lopen in t-shirt met forse V-hals was haar bijgebleven, omdat hij nogal veel borsthaar had. Samen speurden we die middag de bibliotheek af, systematisch, van beneden naar boven. Voor de zekerheid telden we nog een keer het aantal wc’s waar zijn naam op de deur staat. Nog steeds drie in totaal.
Helaas bleek Niels Bakker meer te doen te hebben, dan in de UB op onze hartelijke ontvangst wachten, want hij was nergens te vinden. Wel troffen we twee bekenden van hem, in de kantine. Opvallend genoeg wisten deze jongens bij de woorden ‘V-hals’ en ‘borsthaar’ meteen wie we bedoelden. “O ja! Dat is híj. Die met al dat borsthaar!”
Toch kenden ze iemand met nóg meer borsthaar. En geloof het of niet, daar was Niels Bakker niks bij. Dus misschien moesten we hem interviewen. Of beter nog: “Maak er een dubbelinterview van”, opperden de twee opgetogen. “Dat wordt sowieso een nek-aan-nek-race!”
Sindsdien ziet A. Niels Bakker her en der voorbij komen. Ik ben er nooit bij. Maar zoals het een goede partner in crime betaamt, houdt A. me keurig op de hoogte van haar ontmoetingen met Mr. Mystery. Meestal krijg ik sms’jes met teksten als “Niels Bakker, NU in de UB.” En bij hoge uitzondering, als de kust veilig is, belt ze me, begint te proesten en fluistert dan: “Raad eens wie er hier voor me in de rij staat in de kantine van de faculteit?”
Niet alleen echoot zijn naam nu door de faculteit van GMW en kom ik geregeld uit ‘de Niels Bakker’ als ik het toilet in de UB verlaat; ook op de UK-redactie waart zijn geest rond. Hoewel iedere vergadering zijn naam wel een keer klinkt, was het bestaan van Niels Bakker 1, 2 en 3 volledig aan collega E. voorbijgegaan. “Wie is toch die Niels Bakker waar jullie het de hele tijd over hebben?”, wilde ze weten. Haar verbazing was groot. En die van ons nog groter, toen ze vervolgde: “Een van mijn docenten heet Niels Bakker.” Gezamenlijk fronsten wij de wenkbrauwen.
In een poging tot een rendez-vous met in elk geval één van de mannen besloot ik de vier Bakkers een bericht te sturen. Alleen nummer twee reageerde. One down. Het verhaal was hem wel vaker ter oren gekomen, maar hij dacht niet dat het om hem ging. Wel was ook hij benieuwd naar welke dame dit op haar geweten heeft, dus of ik dat even kon uitzoeken.
Ik doe dit dus niet alleen voor mezelf.
Intussen ontpopt A. zich tot een ware Sherlock Holmes. Toen ze laatst op de vierde verdieping van de wc kwam, hoorde ze een meisje vanuit het toilet tegen iemand anders zeggen: “Waarom staat de naam Niels Bakker toch overal op de wc-deuren?” Waarop A. haar vroeg of ze hem misschien kende. Het meisje liet bar weinig los. Misschien wil ze wel dat het voor altijd een mysterie blijft, want het oplossen van een som is nou eenmaal vaak veel leuker dan het zien van de uitkomst.
Maar toch. Ik heb altijd al eens in de voetsporen van Fred Oster willen treden, als presentator van Wie van de drie? En dit is mijn kans.
Dus: wil de echte Niels Bakker nu opstaan?

Verschenen in de UK, 19 maar 2009

woensdag 11 maart 2009

De boodschap

"Heeeee!"

"Heeeee! Hoe is het?"

"Ja, goed! Wel hélemaal in de stress, want vanavond is de kroegmusical."

"Oh, doe jij ook mee?!"

"Nee, ik heb alle pakjes gemaakt. Die zijn stuk voor stuk bij mij door de naaimachine gegaan."

"Leuk! Dus dat heb je ook zelf gemaakt?" Enthousiast wijst het blonde meisje op de blauw-wit-geblokte lapjesjurk, die pak 'm beet vijftien centimeter onder het leren jasje van haar vriendin uitkomt.

"Neeee, dit is een echte Mark Jacobs..." Het klinkt als Mark Djeecobs. Trots ritst ze haar jas open en wiebelt wat heen en weer in de rij voor de kassa. Met een schuin hoofd en knipperende wimpers toetert ze nog een keer zijn naam. Want het is een heuse 'MARK DJEECOBS'.

"Oe. Mark Djeecobs. I like!", roept het meisje lyrisch vanuit de andere rij over het zo even nog als zelfgemaakt veronderstelde meesterwerk.

"Jaa, gaaf hè? Het is een sample dress. In het echt kost-ie drie-dui-zend E", articuleert kassa 1. Drie paar grote ogen schuiven een plaatsje op richting de caissière. Gauw rekent het gestresste meisje haar boodschappen af. Ze moet rennen. "Nou, dan zie ik jullie vanavond!"

"Is goed! Sta jij dan ook op het podium straks, bij de bedankjes enzo?"

"Ja...ik denk het wel." Ze straalt.

Grinnikend loop ik achter de meisjes aan naar buiten, al lang niet meer verbaasd over het bestaan van het pak anijsegeltjesdrop dat zojuist in mijn tas - een echte blauwe Converse - is verdwenen.

maandag 9 maart 2009

Crisisoptimisme

Een crisis biedt kansen.

Het is een veel gehoord adagium in de huidige economische malaise. Overal lees ik tips om kosten te sparen en kansen te grijpen. Vooral niet bij de pakken neer gaan zittten.

Dat moet ook Marjolein Prins gedacht hebben. Onlangs hield de Groningse kunstacademiestudente een benefietmiddag, om geld op te halen voor haar afstudeerproject: een kamelentocht van Zuid-Frankrijk terug naar Nederland. Het witte beest kocht ze vorige maand in Bulgarije. Na het volgen van de nodige weekjes kameelrijles, begint Marjolein binnenkort aan haar reis. Om nu eens zelf iets te beleven, in plaats van kunstwerken te maken over andermans belevenissen. Ieder zijn eigen avontuur in crisistijd.

Marjolein is niet de enige inventieveling op deze wereld. Tussen de blauw met witte adevertentiekaartjes in de Albert Heijn zag ik vorige week dat van Henk. Henk haalt graag oude kleding op bij mensen thuis. Ook heeft Henk een bestelbusje, zo blijkt uit de advertentie eronder, waarop hij zegt beschikbaar te zijn voor het verhuizen van kleine studentenkamers. Henk is een veelzijdig man. Op het derde kaartje biedt hij vijfentwintig strings te koop aan, in allerlei kleuren. Netjes gewassen, voor maar tien euro.

In gedachten zie ik Henk rondtuffen, in zijn tweedehands bestelbusje. Op de terugweg van een verhuisklus, waarbij hij terloops een stapeltje slips heeft meegekregen van de verhuisde studente, die ze toch niet meer nodig heeft. Met het inhuren van Henk heeft ze immers genoeg geld uitgespaard om nieuwe lingerie aan te schaffen.

Een crisis prikkelt de creativiteit. En maakt verdomde nieuwsgierig naar de mens achter de economie. Terwijl onze economie dit jaar met 3,5 procent krimpt, de beurs een historisch dieptepunt beleeft, de huizenprijzen alsmaar dalen en de kosten van veel diensten en producten stijgen, kleuren de Henken en Marjoleinen onder ons in een donkere crisis hun eigen micro-economie.

Naar verwachting zal de komende tijd de populariteit van vrijwilligerswerk toenemen en wordt er weer langer gestudeerd. Kijk. Daar liggen dus mijn kansen, een lange termijninvestering. Gewoon nóg een studie volgen. De nieuwe masteropleiding over The Beatles aan de Liverpool Hope University staat hoog op mijn lijstje. De master in The Beatles, Popular Music and Society, zoals 'ie voluit heet, gaat over The Beatles en hun invloed op de samenleving in de roerige jaren zestig.

Het doet me denken aan hoe ik wegdroomde tijdens een college cultuurwetenschappen, waarbij we een film keken over Woodstock, 1969. Waar The Beatles gek genoeg dan weer niet bij waren (en zo heb ik pardoes toch alweer bijna een scriptie-onderwerp te pakken!).

Wat mij voorlopig rest, is het bij elkaar sprokkelen van 3445 pond collegegeld. En wat spaargeld. Helaas schrijft de enige economische wet die ik trouw naleef mij voor m’n geld juist uit te geven in tijden van economische crisis. Maar er is één geluk: in Groningen heb ik nog nooit een straatmuzikant getroffen met The Beatles in zijn repertoire.

En een crisis biedt kansen, ten slotte. Voor Marjolein, voor Henk en voor mij. Dus zal ik zingen. Voor de Albert Heijn in de Brugstraat, op weg naar Penny Lane in Liverpool.