Sinds Jan Terlouws Gevangenis met een open deur, waarin Josje, Paul en Valentijn infiltreren in de sekte The Living Souls in Amsterdam, ben ik nogal in de ban van religieuze groeperingen. Dat wil zeggen, in de spreekwoordelijke zin van het woord dan. Ik heb er nooit tot een behoord, of willen behoren, al moet ik zeggen dat de partciperende journalistiek danig lonkt, na het lezen van een bericht over de sekte in het Russische Nikolskoje, waar 29 leden het einde der tijden - vermoedelijk in mei 2008 - afwachten in een bunker onder de grond. De leider van de groep, Pjotr Koeznetsov, wil de naderende apocalyps denk ik liever met eigen ogen zien, want hij verblijft buiten de grot. Goh.
Verbijsterd heb ik vorige week zitten kijken naar een aflevering van VPRO's Import: Jonestown, the life and death of Peoples Temple. Meer dan negenhonderd mannen, vrouwen en kinderen overleden op 18 november 1978 in de jungle van het Zuid-Amerikaanse Guyana.
Op last van leider Jim Jones (die zichzelf uiteindelijk met een kogel de dood injoeg), ontnamen zij zichzelf het leven door het drinken van een vergiftigde drank. Degenen die weigerden van deze drank te drinken werden gewurgd, of anderszins ter dood gebracht.
Het blijft me verbazen dat een persoon zoveel overtuigingskracht en charisma bezit, dat honderden mensen hem in zijn ideeën volgen en zelfs bereid zijn hun leven (en soms dat van anderen) ervoor te geven. Schrijnend zijn de geluidsopnamen van die bewuste dag in november, ontroerend en ongrijpbaar de interviews met overlevenden die nog steeds geloven te hebben gevochten voor een goede zaak. Namelijk het creëren van een betere wereld, ook wel Utopia genaamd. Ook al hebben sommigen hun hele gezin voor eigen ogen en in hun armen zien sterven.
Misschien is het omdat sektes en aanverwante zaken zo ontzettend tot de verbeelding spreken en al sinds jaar en dag een gewillig onderwerp zijn in onze beeldcultuur, maar ik kan er uren naar kijken en over lezen. Die door Jan Terlouw aangewakkerde (en later door Tim Krabbé's Het gouden ei stevig gevoede), ietwat morbide inborst is nooit meer helemaal over gegaan. Waar ik als kind doodsbenauwd was om levend te worden begraven, verkende ik als puber de grenzen van mijn weten en wilde een maatschappijleerwerkstuk maken over necrofilie.
Gelukkig bedacht ik me op het laatste moment dat hekserij misschien een meer maatschappelijk geaccepteerd onderwerp was en dat mijn grenzeloze nieuwsgierigheid soms beter binnen de kaders van m'n eigen fantasie aan een amateuristisch stukje onderzoeksjournalistiek onderworpen kon worden. Dus leende ik boeken over sektes, geesten en andere occulte dingen, kocht tarotkaarten en werd gothic. Ok, dat laatste is niet waar. Wel probeerde ik uit mezelf en de aardse wereld en, light-as-a-feather-stiff-as-a-board à la The Craft, in de paranormale wereld te treden (hilarisch, maar nee).
Ik werd gered door Six feet under; bij die serie kon ik me verlustigen aan een inktzwarte, humoristische benadering van de dood en geruststellend concluderen dat met mijn gezonde verstand weinig mis was. In vergelijking met dat van de hoofdpersonages tenminste.
Afijn. Terug naar Nikolskoje. Het is bijna twee maanden geleden dat het nieuws verscheen. En nu wil ik graag weten hoe dit verder gaat. Maar niemand die erover schrijft. Pjotr Koeznetsov schijnt schizofreen te zijn en in een doodskist te slapen. Hij beval zijn volgelingen in de grot te wachten en te bidden.
Nou, ik bid dat deze mensen snel worden bevrijd. En dat Koeznetsov heel gauw six feet under de grond wordt gestopt.
Op een zonnige dag, ergens in mei.
donderdag 10 januari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten