'Alles ging mis', weten we inmiddels, bij het Project X-feest in Haren van 21 september vorig jaar: de autoriteiten waren onoplettend, de politie slecht voorbereid en burgemeester Rob Bats heeft zijn bestuurlijke bevoegdheden onvoldoende ingezet om de rellen te voorkomen. De twee hoofdverdachten krijgen een taakstraf. Bats zit op de wip.
Ik zat op de bank - aarzelend - en schreef er een stukje over. Ik vond het terug in de notities van mijn telefoon.
Ook ik zit thuis en weet het beter. Op de bank met een zak chips in mijn
handen. Alsof ik niet 31 maar 12 ben en dit geen uit de hand gelopen feest maar oudjaarsavond is, om vijf voor twaalf. De lichte opwinding: zou het gaan knallen? En hoe hard dan?
Ik ben nieuwsgierig, natuurlijk. Maar hé, het mag, want ik ben journalist.
Een journalist met een zak chips, keihard ten prooi gevallen aan het
journalistieke basisprincipe van nabijheid, recht voor mijn neus, op mijn
beeldscherm. Antennes en voelsprieten afgestemd op RTV Noord.
Zal ik, schiet door mijn hoofd. Met eigen ogen gaan zien waar de dagenlange
stroom nieuwsberichten, Facebookgrappen en Twittervoorpret toe leiden? Het is maar een stukje fietsen.
lk pak er een dekentje bij, het is koud. Kijk nog eens op Twitter, waar
collega's dapper pogen de chaos zo adequaat mogelijk te verslaan en
medebankzitters de boel dankbaar becommentariëren.
'Zie je wel, de gemeente had gewoon zelf een feest moeten organiseren.
Probleem opgelost.' Ja, denk ik, wie weet. Initiatief overnemen, meer controle.
'Waarom houden al die ouders hun kinderen niet thuis?!' Tja, denk ik, zit iets
in. Mijn moeder had me de deur nooit uit laten gaan. Toch?
In rap tempo volgen de verwijten elkaar op. 'Het is de schuld
van de sociale media'. O nee, ik lees verkeerd. 'Het is de schuld van de
traditionele media'. Of nee, wacht. Toch Facebook. En vergeet de
sensatiezuchtige berichtgeving in de kranten niet. Nou ja, in ieder geval
moeten we het de media verwijten. Het kraakt tussen mijn tanden.
Was het anders gegaan als de media er niet, of minder, of anders over
hadden bericht, er nu niet bij waren geweest, vraag ik me af. In dat geval zit
ik hier dus goed. Of niet?
Ik ga nog eens verzitten. Zie op internet een serie foto's voorbij komen. Op een
ervan staat een jongen midden in de menigte. Een jaar of zeventien moet hij
zijn - achttien hooguit. Uit de mouw van zijn jack steekt een getatoeëerde arm
strijdlustig vooruit. Een geluidloze maar oorverdovende schreeuw komt uit zijn
wijd opengesperde mond, vult het scherm en mijn woonkamer. In zijn blik pure woede,
waanzin. Waag het eens.
Mijn eerdere kriebels maken plaats voor een heel ander, onbestemd gevoel.
Angst. Hoeveel vuurwerkslachtoffers gaat dit feestje kosten?
Daar zit ik dan. Mijn maag gevuld met chips die smaakt naar twijfel vermengd met schuldgevoel. Want ik ben een bankzitter, die het beter weet: tegen
het vuur in de ogen van een jongen als op deze foto is geen burgemeester, geen ME'er, geen ouder en geen medium opgewassen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten